Elke installatiemonteur kent het: klant belt, display geeft een foutcode en de storing kan alle kanten op. Toch zijn warmtepomp foutcodes een handig startpunt, mits je verder kijkt dan alleen het nummer. Met de juiste diagnoseflow vertaal je codes én klantklachten snel naar concrete symptomen en acties. Deze gids geeft per storingstype (HP/LP/flow/defrost/communicatie) een praktische aanpak met meetwaarden, beslismomenten en quick-checks.
Foutcodes lezen, loggen en klantklachten vertalen naar symptomen
- Noteer altijd foutcode én omschrijving uit display of servicemenu.
- Vraag naar symptomen: draait buitenunit, geluiden, tijdstip (defrost?), tapwater of verwarming?
- Log meetwaarden vóór reset: netspanning, ΔT, debiet, druk, stroom, foutcode en tijdstip in storingslogboek.
Veilig resetten (soft/hard) en wanneer niet doen
- Reset nooit direct: eerst loggen en oorzaak zoeken. Soft reset = display/herstart, hard reset = spanningsloos maken.
- Niet resetten bij onbekende oorzaak, directe terugkeer of verloren logboeken.
- Na reset controleren of code wegblijft en monitor ΔT, debiet, druk en defrost.
Veiligheid eerst: F-gassen, NEN 3140/1010 en werkvoorbereiding
- F-gassen: alleen bevoegde monteurs koelcircuit openen, vacuüm en vullen.
- Spanningsloos stellen (NEN 3140): lock-out/tag-out, afschermen en markeren.
- Aardlek type B/RCBO verplicht bij inverter-warmtepompen.
- NEN 1010: controleer selectiviteit en juiste automaat (C of D-karakteristiek).
- Lekdichtheidstest en vacuümmeting met micron gauge bij koudemiddelwerkzaamheden.
Resetbeleid en logging: wat log je, wanneer resetten, wat controleren
- Altijd loggen vóór reset: foutcode, spanning, stroom, ΔT, debiet, druk, status buitenunit, defrostcyclus.
- Resetprocedure:
– Soft reset via bedieningspaneel of software.
– Hard reset spanningsloos maken met lock-out/tag-out. - Na reset: controleren op directe terugkeer code en meet opnieuw ΔT, debiet, druk, ventilator en defrost.
Alles noteren in logboek.
Diagnoseflow hoge druk storing (HP): luchtzijdig, waterzijdig, koudetechnisch
- Luchtzijdig: condensor schoon en vrij, ventilator draait volgens RPM-specificatie.
- Waterzijdig: debiet minimaal 15-20 l/min (6-8 kW systeem), ΔT aanvoer-retour 5-10°C, vuil- en magneetfilter schoon.
- Koudetechnisch: persdruk (R32) 20-35 bar bij 40-50°C condensor, superheat/subcool controleren, EEV/TXV aansturing testen.
Bij terugkerende HP check expansieventiel en sensors.
Diagnoseflow lage druk storing (LP): lekkage, restrictie, onvoldoende verdamping
- Visuele lekkage inspectie: olie, vet, lekdetectie.
- Suctiedruk meten: 3-7 bar (R32) bij 0-10°C verdamping.
- Superheat 6-12K; te hoog = ondervulling of restrictie.
- Check defrost-cyclus en filterdroger/expansieventiel.
- Koudemiddel alleen aanvullen/weghalen met F-gassen bevoegdheid.
Diagnoseflow flow error / defrost: debiet, filter, pompcurve, lucht en ijs
- Debiet meten: minimaal 15-20 l/min.
- Y-filter/magneetfilter reinigen, systeem ontluchten.
- Pompcurve (0-10V/PWM) controleren en bijstellen.
- Bypass en buffervat checken.
- Sensoren (NTC, thermistor), ventilatorsnelheid en ontdooitimer controleren.
- Condensafvoer ijsvrij houden.
Waterzijdige root causes snel vinden: ΔT, volumestroom, bypass en buffervat
- ΔT aanvoer/retour 5-10°C = oké, hoger betekent te laag debiet.
- Debiet meten met digitale meter of berekenen via ΔT-formule en vermogen.
- Bypass en buffervat juist afstellen, driewegklep positie en reactie checken.
- Vuilfilter, magneetfilter en ontluchters controleren.
Koudetechnische en elektrische checks: superheat, subcool, componenten
- Superheat: 6-12K (zuigleiding). Te hoog = ondervulling, te laag = overvulling of defect EEV.
- Subcool: 3-8K (vloeistofleiding na condensor).
- Druktransducer testen en vergelijken met manometer.
- Ventilator: relais en toerental checken.
- Carterverwarmer controleren bij lage buitentemperatuur.
- Meet netspanning onder belasting; aardlek type B verplicht.
- Relais/contactor: aanstuurspanning en schakelgedrag meten.
Hybride systemen en regellogica: prioriteit, reset en merkspecifiek
- Bivalente punt: schakelt bij lage buitentemperatuur over naar ketel.
- Check OpenTherm/aan-uit contact, prioriteit en cv-ketel foutcodes.
FAQ: snelle antwoorden op praktijkvragen
- Diagnose HP storing zonder koudemiddelverlies?
Meet debiet, ΔT, persdruk, controleer ventilator en condensor. Los waterzijdige problemen op. Alleen F-gassen bevoegd aan koelcircuit werken. - Buitenunit start niet maar 230V/3-fase aanwezig?
Check relais, aansturing (OpenTherm/aan-uit), fasevolgorde, automaat/aardlek en blokkeringen (defrost/veiligheid). - Warmtepomp veilig resetten en controleren?
Altijd vooraf loggen, soft reset via menu. Na reset meet ΔT, debiet, druk en controleer of code terugkomt. - Waterzijdige checks bij flow error of LP storing?
Reinig Y-filter, controleer pompcurve, ontlucht systeem, check bypass en buffervat. - Referentiewaarden en snel meten?
ΔT 5-10°C, debiet 15-20 l/min, superheat 6-12K, subcool 3-8K, persdruk R32 20-35 bar, suctiedruk 3-7 bar.
Gebruik digitale thermometers, manometers en debietmeter.
Checklist en documentatie bij oplevering en preventief onderhoud
- Foutcodes en meetwaarden loggen in storingslogboek.
- Veiligheidscheck volgens NEN 3140/1010, lekdichtheid en vacuüm.
- Waterzijdige balans: ΔT, debiet, schoon filter/magneetfilter, buffervat.
- Koudetechnische test: druk, superheat/subcool en defrost check.
- Elektrische controle: voedingen, relais, ventilator en carterverwarmer.
Wil je je kennis verdiepen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief!











