Als installatiemonteur word je steeds vaker geconfronteerd met vragen over het verschil tussen COP en SCOP bij warmtepompen. Waar fabrikanten strooien met mooie getallen, wil jij weten wat deze cijfers écht betekenen voor je selectie, ontwerp en oplevering. In deze blog maken we het verschil tussen COP (Coefficient of Performance) en SCOP (Seasonal Coefficient of Performance) praktisch. Je leert hoe je in het veld zelf prestaties verifieert, waar je op moet letten qua ontwerp en welke optimalisaties het verschil maken in de seizoensprestatie van een lucht-water of hybride warmtepomp.
Definities en testnormen: EN 14511 en EN 14825
COP en SCOP uitgelegd
- COP: het rendement (verhouding afgegeven warmte / elektrisch verbruik) bij een gestandaardiseerde testconditie. Volgens EN 14511 bijvoorbeeld vaak gemeten bij A7/W35 (7°C buiten, 35°C water aanvoer). Dit zegt iets over de maximale prestatie onder ideale omstandigheden.
- SCOP: het gewogen jaarrendement, gemeten volgens EN 14825. Hierbij wordt rekening gehouden met variërende buitentemperaturen, ontdooicycli, deellast en standby-verbruik. SCOP is daarom veel realistischer voor de eindgebruiker.
Praktijkvertaling:
COP is te beschouwen als een momentopname, SCOP als een jaarprestatie. Zet ze beiden in bij selectie en oplevering.
Testcondities: A7/W35, A-7/W45 en de praktijk
Wat mag je verwachten?
- A7/W35 (lucht 7°C, aanvoer 35°C): COP rond 4-5 bij moderne lucht-water warmtepompen.
- A-7/W45 (lucht -7°C, aanvoer 45°C): COP zakt naar 2-2,5. Ontdooicycli en carterverwarming drukken het rendement.
- Consumentenspecificaties vs realiteit: Fabrieksdata zijn leidend voor selectie, maar in de praktijk zijn aanvoer- en retourtemperaturen, debiet en afgiftesysteem bepalend.
Ontwerpkeuzes die COP/SCOP bepalen
Afgiftesystemen en aanvoertemperaturen
- Vloerverwarming: Lage aanvoertemperatuur (35-40°C), hoge SCOP.
- LT-radiatoren: 40-50°C, iets lagere SCOP.
- Ventiloconvectoren: Geschikt voor modulerende systemen, snelregelend.
Meer weten over debiet en afgiftesystemen? Lees debiet vloerverwarming berekenen.
Debiet en ΔT berekenen, waterzijdig inregelen
- Formule: Q[kW] = 0,86 × debiet[m³/h] × ΔT[K]
- Richtwaarden: Voor optimale COP streef je naar een ΔT van 5-7K en een debiet dat past bij het afgiftesysteem.
- Waterzijdig inregelen: Essentieel om elke kring het juiste debiet te geven.
Zie ook onze handleiding waterzijdig inregelen.
Buffervat, hydraulische scheiding en pendelpreventie
- Buffervat: Voorkomt pendelen, stabiliseert ΔT en debiet.
- Hydraulische scheiding: Noodzakelijk bij meerdere circuits of modulerende pompen.
Schema:
[Warmtepomp] — [Buffervat] — [Afgiftesysteem]
|
[Hydraulische scheider]
Let op juiste dimensionering: te klein buffervat = toch pendelen / vermogenverlies.
Buitentemperatuur, ontdooicyclus en COP bij 0 °C
COP warmtepomp bij 0 graden en -7 °C
- Bij 0°C buiten: Reken op COP rond 3,5-4 voor lucht-water systemen.
- Bij -7°C: COP kan dalen tot 2-2,5.
Ontdooi- en carterverwarming drukken rendement. - Ontdooicyclus: Vermijd veelvuldig pendelen, minimaliseer stilstandtijden van de warmtepomp.
Plaatsing buitendeel en luchtstromen
- Zorg voor voldoende vrije luchtstroom, plaats uit de wind, voorkom short-cycling.
- Condensafvoer: Leid condenswater en ijs veilig af, voorkom bevriezing en valgevaar.
Voor storingsdiagnose bij ontdooicycli zie warmtepomp foutcodes.
Praktische optimalisaties voor hogere efficiëntie
Stooklijn instellen en weersafhankelijke regeling
- Stooklijn: Begin met 0,4-0,5 voor vloerverwarming, fine-tune op basis van gebruikerservaring.
- Weersafhankelijk: Automatiseer aanpassing aanvoertemperatuur, voorkomt onnodige pieken.
Koeltechnische optimalisatie
- Superheat / onderkoeling: Check waarden bij inbedrijfstelling.
- Expansieventiel: Stel correct af voor optimale werking.
- Vuilafscheider: Voorkomt storingen aan platenwisselaar.
Bijstookstrategie en bivalent punt
- Hybride: Stel bivalent punt in bij ca. 2-4°C, afhankelijk van SCOP lucht-water warmtepomp.
- All-electric: Bij voorkeur geen bijstook, alleen als het echt niet anders kan (vorstbeveiliging).
- Analyseer leidingdiameter warmtepomp voor optimale hydrauliek.
Meten is weten: COP/SCOP in situ verifiëren
Warmtemeter en kWh-meter plaatsen, datalogging
- Warmtemeter (EN 1434): Plaats op afgiftecircuit, registreer warmteafgifte.
- kWh-meter (MID): Meet elektrisch verbruik warmtepomp.
- Formule COP: COP = (Geleverde warmte in kWh) / (Elektrisch verbruik in kWh)
- Foutbronnen: Meetonnauwkeurigheid, lekverliezen, onjuiste debietmeting.
Veiligheid, regelgeving en documentatie
F-gassen, NEN-EN 378, lekcontrole, druktest en vacuümeren
- F-gassen: Alleen gecertificeerde monteurs (BRL 100/200, Cat. I) mogen koeltechnisch werken.
- NEN-EN 378: Eisen aan koeltechnische installatie, lekkage detectie, veiligheid.
- Druktest met stikstof: 1,1 × bedrijfsdruk; minimaal 24 uur onder druk.
- Vacuümeren: Tot <300 micron, check op lektest.
Meer weten over certificaten? Lees de complete gids.
NEN 1010, vorstbeveiliging en condensafvoer
- NEN 1010: Elektrische beveiligingen, aardlek, selectiviteit.
- Vorstbeveiliging: Leidingen isoleren, traceverwarming waar nodig.
- Condensafvoer: Altijd vorstvrij uitvoeren, val voorkomen.
Nieuwe regelgeving? Zie energielabels en installaties.
Praktijkcase: hybride vs all-electric prestaties
Scenario’s COP waarde hybride warmtepomp en bivalent punt
- Hybride warmtepomp: Elektrische bijstook vanaf bivalent punt (bv. 3°C), SCOP meestal 3,2-3,7.
- All-electric: Geen bijstook tot -7°C of lager, SCOP tot 4 haalbaar bij goede dimensionering en vloerverwarming.
- NL/BE klimaat: Bivalent punt is cruciaal voor optimale prestatie en energiekosten.
Checklist en tools voor installatiemonteurs
Benodigde meetapparatuur en checkpunten
- Warmtemeter (EN 1434 gecertificeerd)
- kWh-meter (MID)
- Debietmeter
- Drukmeter (voor stikstofdruktest)
- Temperatuurlogger
- Datalogging software
Checkpunten bij oplevering:
- COP/SCOP warmtepomp berekenen met eigen metingen
- ΔT en debiet controleren, buffervat testen op pendelen
- Stooklijn en weersafhankelijke regeling instellen
- F-gassen en NEN-normen documenteren
- Condensafvoer en vorstbeveiliging nalopen
Onderhoudsinterval:
Jaarlijkse check van rendement, ontdooicyclus, lekdichtheid en elektrische beveiligingen.
Conclusie en volgende stap:
Zorg dat je als installatiemonteur het maximale uit elke warmtepomp haalt. Bekijk onze andere blogs en praktische handleidingen voor installatiemonteurs en ontdek hoe je nog meer uit je installaties haalt.











